The Chess Variant Pages

Schago (Chego)

Shago is uitgevonden door Alfred Pfeiffer in 1997.

Schago is samengesteld uit de woorden Schaak en Go. Het spel wordt gespeeld met schaakstuken, maar de manier van spelen lijkt meer op Go.

Definities

Aan eind van het spel is de winnaan: de speler die de meeste stukken heeft die een vrij veld aanvallen.

Regels

  1. De spelers kiezen een bord waarop ze zullen spelen. Dit doen ze door loten of door overleg. Als ze niets afspreken spelen ze op een 8x8 bord.
  2. De spelers kiezen de stukken waar ze willen spelen. Als ze niets afspreken worden de normale schaakstukken gebruikt.
  3. Je kunt stukken uit verschillende schaakvarianten gebruiken. Ook kunt je een aantal schaakstukken afspreken.
  4. De koning is een gewoon stuk: schaak en mat is bij dit spel niet mogelijk.
  5. Pionnen mogen op elke rij neergezet worden: dus ook op de 1e rij voor wit of de 8e rij voor zwart.
  6. Bij het begin van het spel is het bord leeg. De witte speler begint door één van zijn stukken op het bord te zetten.
  7. De volgende keer mag een speler ook een stuk opzetten. Ook mag hij passen.
  8. De speler die een stuk opzet moet zich aan de volgende regels houden:
    1. Het stuk moet op een neutraal veld gezet worden.
    2. Er moet tenminste 1 leeg veld direct aangevallen worden.
    3. Er mogen geen stukken van de speler zelf o van zijn tegenstander direct aangevallen worden.
    4. Er mag door het opzetten van het stuk geen eigen stuk gedood worden: elk stuk moet een leeg veld blijven aanvallen!.
  9. Een speler mag passen als :
    1. hij vindt dat hij door opzetten zelf slechter komt te staan
    2. doordat hij geen stuk meer kan opzetten.
  10. Slaan: als een zet het aantal direct aangevallen velden van een ander stuk nul maakt wordt dat stuk van het bord gehaald. Het is mogelijk met 1 zet meerdere stukken te doden. Zelfmoord van eigen stukken mag niet
  11. Als beide spelers na elkaar passen is het spel afgelopen en wordt er geteld:
    1. Een speler krijgt een punt voor elk leeg veld dat hij aanvalt
    2. Een speler krijgt een punt voor elk stuk dat hij geslagen heeft.
    3. Wie de meeste punten heeft wint.
    4. Als beide spelers even veel punten hebben is het gelijkspel.

Voorbeeld

Bord:  Standaard ( 8 x 8 )
Stukken:  Standaard

1.   e4  d6
2.   g5  d4
3.   e6  e5
4.   a5  c7
5.   f3  h2
6.   d2  c1
7.   h5  b5
8.   b4  f8
9.   f1  g7
10.   b7  g8
11.   Pass h7
12.   Pass h4
13.   Pas Pas
Uiteindelijke stelling:









Telling:

Bezette velden: 22  Lege velden:   42
neutraal: 6  ( b8, h8, g6, c3, e2, g1 )
Gecontroleerd door Wit:19  ( a8, c8, f6, d5, f5, f4, g4, a3, b3, d3, e3, g3, h3, a2, c2, g2, b1, d1, e1 )
Gecontroleerd door Zwart:17  ( d8, e8, a7, d7, e7, f7, a6, b6, c6, h6, c5, a4, c4, b2, f2, a1, h1 )

Wit wint met 2 punten!


Geschreven door Alfred Pfeiffer. Vertaling/bewerking: Jos Jansen of Lorkeers en Hans Bodlaender.
WWW pagina gemaakt: woensdag 12 maart 2003.